Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Barroe

betekenis & definitie

Barroe (juister Běrroe, naar den běrroeboom), 1) zelfbesturend landschap aan het Z. van de W. kust van Celebes, ten W. grenzend aan de straat v. Makasser, ten Z. aan het zelfbesturend landschap Tanette, ten O. aan het zelfbesturend landschap Sopèng en ten N. aan het landschap Sopèng ri adja; het bestaat een oppervl. van ± 70 vierk. paal. Het W. deel is een laagvlakte, ± ⅙ der oppervl. van het landschap beslaande, in het Z. daarvan veel rijstvelden; ten O. van deze laagvlakte wordt het land in hoofdzaak ingenomen door bergreeksen van 900 a 1000 M. hoogte, waartusschen de Barroe- en Takalasi-rivieren met talrijke zijriviertjes zich een doortocht banen. In de bosschen, die de bergkloven bedekken, wordt veel en zeer goed timmerhout aangetroffen; in een enkel bosch ook djatihout, en in sommige bosschen amara(een soort ebben-) hout. De inheemsche bevolking wordt in 3 rubrieken verdeeld: a. de T o B ě r r o e (to = mensch), die zich beschouwen als de oorspronkelijke bevolking van het landschap, en zich in kleeding, woning, karaktertrekken, zeden en gewoonten weinig onderscheiden van de overige Boegineezen; b. de T o a l e of To-ala slechts ± 100 zielen sterk, op lager trap van ontwikkeling staande dan de T o B ě r r o e, tot April 1908 verspreid wonende in primitief gebouwde woningen of in holen en grotten, thans vereenigd in de kampong Samoedaë; c. de T o L è t t a, afstammelingen van slaven uit den tijd der O. I. Compagnie, tot Juni 1907 wonende in het dichte bosch van Maraoeng, en zich bezig houdende met landbouw op droge velden (ladang’s) en de vervaardiging van aren-suiker thans vereenigd in de kampong Baléwé. Het voornaamste bestaansmiddel der bevolking is de landbouw, voornamelijk de verbouw van rijst, die in hoofdzaak op sawah’s plaats heeft. Voor de bewoners der kustkampongs is de zeevischvangst een loonend bedrijf. Het bestuur over B. berust bij een Aroe en een Hadat of college van rijksgrooten uit 3 personen bestaande. Tot 8 Oct. 1908 was Aroe van B. een vorstin, I. Batari Todja, gehuwd met haar vollen neef, een prins van Goa; tengevolge van zijn optreden stond B. geheel onder Goareeschen invloed; in 1905 rukten dus bij de expeditie naar Z. Celebes, onze troepen ook B. binnen, dat weldra in onderwerping kwam, waarop de vorstin de Korte verklaring teekende. Op haar verzoek werd zij 8 Oct. 1908 eervol ontheven van de waardigheid van Aroe van B., en de Gouverneur van Celebes en onderhoorigheden gemachtigd haar oudsten zoon, in afwachting, dat hij de bewijzen geleverd zal hebben voor die waardigheid geschikt te zijn, tijdelijk te belasten met de functiën van Bestuurder van B.

— 2) Onderafd. der afd. Boni van het Gouv. Celebes en Onderhoorigheden; het bestaat uit het zelfbesturend landschap (leenvorstendom) Tanette, het zelfbesturend landschap Barroe en het zelfbesturend landschap Soppèng ri Adja.

< >