Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Barmaciden

betekenis & definitie

Barmaciden, beroemd vizierengeslacht onder de eerste Abbasiden. De stamvader van het geslacht was hoofdpriester aan het Boeddhistische klooster Naw behār bij Balkh, dat vermoedelijk in 664 door de Mohammedanen verwoest is. Zijn zoon Khālid kwam aan het hof van Aboel Abbās, nadat hij of zijn vader zich tot den Islam bekeerd hadden en bekleedde daar aanzienlijke ambten, zoowel op civiel als op milit. gebied. Hij was ook de raadgever van den Khalief Mansoer, die hem tot stadhouder van Mosoel en zijn zoon Jahja tot stadh. van Azerbeidjan benoemde. Deze zoon werd later door Mahdi belast met de opvoeding van den lateren Khalief Haroen ar-Rasjid en was gedurende vele jaren 786-803 bijna onbeperkt machthebber in het gebied der khaliefen. Zijne beide zoons Fadl en Djafar deelden zijne macht, de eerste als stadhouder van uitgestrekte provinciën, de tweede als gunsteling van Haroen, totdat de Khalief in 803 plotseling hem liet vatten en ter dood brengen. Ook zijn vader Jahja en diens overige zonen werden gevangen genomen, maar niet ter dood gebracht. De onverwachte val van dit, door tal van dichters gevierde, geslacht heeft tot allerlei gissingen omtrent de reden daarvan geleid; allerlei romantische verhalen daaromtrent werden in omloop gebracht, zoodat het moeilijk is de juiste reden vast te stellen, indien men die niet wil zoeken in de omstandigheid, dat de familie allengs den Khalief te machtig werd.

Litteratuur: L. Bouvat, Les Barmécides d’après les historiens arabes et persans. Paris 1912.

< >