Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Baptisten

betekenis & definitie

Baptisten - Algemeene naam van een aantal godsd. gezindten, die niet verward mogen worden met de anabaptisten of wederdoopers uit den tijd der Reformatie, noch met de tegenw. Doopsgezinden. Zij komen overeen in het verwerpen van den kinderdoop en het uitsluitend opnemen in de gemeente van volwassenen, na aflegging van geloofsbelijdenis en ondergaan van den doop door onderdompeling. Zij onderscheiden zich allen door hun bijzonderen ijver voor het maken van bekeerlingen en zijn warme voorstanders van de zending onder de heidenen. Het eigenlijke vaderland der B. is zoowel in Engeland als in N. Amerika te zoeken, waar zij bijna gelijktijdig zijn ontstaan in de eerste helft der 17e eeuw. Zij zijn daar in verschillende sekten verdeeld, al naar onderscheidene opvattingen, die zij hebben betreffende de leer en de kerkel. inrichting en praktijk. In Engel. bedraagt hun aantal ongeveer een half millioen; in de V. St. van N. Amer. meer dan 5 millioen. — In Duitschland heeft het zijn opkomst te danken aan den Hamburger boekhandelaar J.G. Oneken (gest. 1884), die in 1834 zich met zes anderen door onderdompeling deed doopen en van toen af met groot gevolg zijn krachten en zijn vermogen aan de propaganda van het B. wijdde. Sedert 1881 hebben zij een eigen seminarie ter opleiding hunner predikers te Horn bij Hamburg.—In Zweden, waar de B. thans veel talrijker zijn dan in Duitschland en waar de overgang van den Luth. predikant Wiberg in 1852, die van 1855 tot 1887 hun leider was, hun zeer ten goede kwam, hebben zij sedert 1866 een eigen seminarie. — Ook in Rusl. zijn reeds duizenden B., terwijl men ze verder vindt in bijna elk land van Europa, terwijl zij door hun zendingsarbeid verschillende vruchtbare arbeidsvelden vonden in Azië, Afrika en Australië. — In Nederl. zijn de B. vereenigd in een „Unie van gemeenten van Gedoopte Christenen (B.)”. Zij hebben hier 24 bij K. Besl. erkende gemeenten met 1851 leden, 11 voorgangers en 13 leerende ouderlingen. Deze Unie heeft een bestuur van 9 leden en komt eens per jaar in een algem. verg. bijeen. Zij heeft in betrekking tot de gemeenten geen heerschend, doch een dienend karakter, is aangesloten bij den Duitschen Bond van B. en lid van de Baptist World Alliance. Hun voorgangers worden opgeleid te Hamburg-Horn of in het predikercollege van Spurgeon te Londen. Er zijn nog drie gemeenten (Franeker, Hengeloo en Makkum), die niet bij de Unie zijn aangesloten en samen 257 leden tellen. Zie over de B.: T. Armitage, History of the Baptists. New-York 1887; Newmann, A history of the Baptists of the United States, New-York 1895; J. Lehmann, Geschichte der Deutschen Baptisten, Hamburg 1896; jaarlijks verschijnt te Londen: Baptist Handbook; en te Philadelphia: American Baptists Year-Book.

< >