Bankert

betekenis & definitie

Bankert (Joost van Trappen genaamd), Nederlandsch zeeheld, geb. te Vlissingen omstreeks het begin der zeventiende eeuw, overleden 1647; hij ging als gemeen matroos naar zee en klom op tot admiraal. Bij het veroveren der Zilvervloot in 1628 was hij tegenwoordig; in 1629 werd hij onder admiraal Loncq naar Brazilië gezonden voor een aanslag op Pernambuco. Vooral is hij echter bekend door zijne daden tegen de Duinkerker zeeroovers. In 1637 deelde hij in de zege van Tromp, op de Duinkerkers behaald, en ontving hij als belooning voor zijn moedig gedrag een gouden keten met medaille ter waarde van 2000 gulden. In 1646 vernietigde hij een Portugeesche vloot in de Allerheiligenbaai, nadat hij tot admiraal over de West-Indische vloot benoemd was. Hij stierf op de terugreis. Zijn zoon Adriaan klom op tot luitenant-admiraal, onderscheidde zich in vele zeeslagen tegen de Duinkerkers, de Zweden en de Engelschen, nam in 1678 zitting in den Raad der Admiraliteit van Zeeland en overleed 1684. Adriaan had twee broeders: Joost, die in 1653 sneuvelde als kapitein-ter-zee, en Johan, die in 1665 in denzelfden rang zijn leven voor ’t vaderland liet.