Ballet

betekenis & definitie

Ballet - (v. h. Ital. B a l l o, dans,) de naam van een tooneelstuk met muziek, waarin niet- of bijna niet gesproken of gezongen wordt, en alle gevoelens en gewaarwordingen door danspassen en gebarenspel worden uitgedrukt. — Ook dat gedeelte in voornam. Fr. en Ital. Opera’s, dat de handeling, waarmee het meestal een zeer los, vaak ook geen verband houdt, opschort, om solo-danser(es) en corps-de-ballet* hunne bewegingen te laten uitvoeren. Het b. is een belangrijke factor v. d. geschiedenis der opera*. Vele schrijvers nemen aan, dat zijn oorsprong ligt in de statige dansbewegingen, die het koor* i. d.Gr. treurspelen ter illustratie van de handeling uitvoerde. Zeker is het, dat pantomimes* met muziek reeds in de 16e eeuw in Frankr. en Ital. werden opgevoerd. Zij mogen zeker als voorloopers van de opera beschouwd worden en die B. waarin ook monodiën*, voorgedragen door beroemde zangsolisten, waren opgenomen, zijn eigenlijk reeds niets anders dan, zij ’t ook ietwat onhandig samengestelde, opera’s. Aan het Fr. hof waren de B. in zóó hoog aanzien, dat de koningen (Lod. XIII en Lod. XIV) het niet beneden zich achtten, er zelf in mee te dansen. Een onafscheidelijk bestanddeel v. h. B. ligt ook in de pronk en praal van de tooneel-inrichting, die in onzen tijd tot eene buitensporige hoogte zijn opgevoerd. B.’s. die aan monteering 200.000 fr. en meer kosten, waren te Parijs geene zeldzaamheid. — Van de componisten, die zich door het schrijven van B.’s hebben onderscheiden, worden hier genoemd: de Franschen Délibes, Massenet, Guiraud, St. Saëns en de Russen Rimsky-Korsakow, Tschaikowsky en Glazounow.