Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Balineesch

betekenis & definitie

Balineesch, de taal, die op B. en op het Westel. deel van Lombok gesproken wordt; vertoont in zijn oorspronkelijk karakter veel afwijking van het Javaansch, en wellicht meer eveneenkomst met talen, op de Oostelijker liggende eil. gesproken; heeft echter grooten invloed van het Jav. ondervonden, zoodat de tegenwoordige taal, vooral de schrijftaal en het Hoog-Balineesch, een vermenging is van de vroegere volkstaal met het Javaansch. Het B. letterschrift wijkt niet veel van het Jav. af. Aan den invloed van het Jav. is ook de onderscheiding in het Balineesch van h o o g e, l a g e en m i d d e n t a a l toe te schrijven; de lage taal, de gewone spreektaal, waarin ook de Baliër denkt, wordt gesproken door den mindere tot den meerdere, meer bepaald door de Soedra’s tot de leden der hoogere kasten, en door aanzienlijken onderling, voor zoover ze niet tot elkander in eenige familiebetrekking staan. De middentaal wordt gebruikt o.a. tegen Europeanen, de aanzienlijke vreemde Oosterlingen en Soedra’s, die een of andere hooge betrekking bekleeden. In deze verschillende taalsoorten blijft het onderscheid beperkt tot de meest voorkomende woorden, zoodat men niet voor elk woord drie synoniemen heeft. Voorts worden van bezittingen, lichaamsdeelen, familiebetrekkingen en van leden der 3 hoogste kasten nog z.g. voorname woorden gebruikt. Het B. wordt geschreven op, beter gekrast in lontarbladen, die tot een z.g.

k r o p a k worden saamgebonden; de litteratuur is in hoofdzaak in metrischen vorm vervat; voor een deel bestaat ze uit oorspronkel. werken, voor een ander deel uit vertalingen of bewerkingen van Jav. en Mal. verhalen. Voor het eerst is een „Bekn. Handl. bij de beoefening van de B. Taal” uitgegeven door den zendeling op Bali R. van Eek in 1873; 2e druk in 1876; in dat laatste jaar verscheen van hem ook een „Proeve van een Balineesch-Holl. Woordenboek.”

< >