Bakker (job augustus) - Nederl. schilder, geb. 1796 te Rotterdam, gest. aldaar 1876. Leerling van zijn vader C. Bakker, den miniatuur- en intérieur-schilder, verder van W. van Leen en J. Kouwenhoven. 1816 werd B. benoemd tot leeraar in ’t teekenen van de Vereeniging „Hierdoor tot Hooger”. Hij schilderde hoofdzakelijk landschappen met vee.
Later deed hij ook aan de theorie van de schilderkunst en schreef o.a. in het tijdschrift „De Tijdspiegel”, verder nog: Voorlezingen over Geschiedenis der beeldende kunsten bij de oude volken (1833 2 dln.); Verhandeling over de Sokratische gesprekken (1834). Litt.: Thieme-Becker’s Künstlerlexikon; voornl. naar van Eynden en v. d. Willigen en Immerzeel, door Haverkom van Rijsewijk.