Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bakgoot (bouwk.)

betekenis & definitie

Bakgoot (bouwk.) - goot, welke tusschen twee daken ligt en van beide daken het water opvangt, ook genoemd zakgoot. Een dergelijke dakconstructie heeft bij sneeuwstorm groote bezwaren; de sneeuw hoopt zich tusschen de daken op, waardoor bij dooi overstorting plaats heeft. Een b. heeft aan een of beide einden een afvoerpijp en wordt gemaakt van gegoten ijzer of van zink op een houten bekleeding.

< >