Baken - de voor schippers, loodsen, enz. aan het strand of aan de oevers van rivieren of in het water zelf geplaatste merkteekenen (tonnen, korven, staken), waardoor deels de vaargeul, deels de te vermijden punten worden aangegeven; zie BEBAKENEN.
Met S.B. of B.B. tonnenkant of zijde van het vaarwater wordt steeds bedoeld de rechter of linkerzijde van het vaarwater voor een binnenkomend schip, of dat in de hoofdrichting van den vloedstroom vaart.
Wrakken worden aangeduid door groen geschilderde spitse of stompe tonnen, naarmate ’t wrak S.B. of B.B. zijde van het vaarwater ligt. Ligt ’t wrak middenvaarwaters, dan zal ’t aan S.B. door een stompe, aan B.B. door een spitse ton worden aangeduid, zie fig. 13. Een wrak, door een vaartuig aangeduid, voert, 6 M. boven water, drie vaste lichten, des daags vervangen door bollen. De lichten zijn rood en wit aan de zijde, waar ’t wrak kan gepasseerd worden; rood aan de andere zijde. Hoogte boven water 6 Meter, zichtbaar op 1 zeemijl, zie fig. 14. Het roode licht, aan de zijde waar niet gepasseerd kan worden, vervalt, als ’t vaartuig ter aanduiding boven ’t wrak ligt of de lichten op ’t wrak zelf zijn geheschen, zie fig. 15.
