Baikal meer - een der grootste zoetwatermeren der aarde, na het Aralmeer en de Kaspische Zee het grootste meer van Azië; gelegen in Siberië, gouv. Irkoetsk; 640 K.M. lang, 30 —86 K.M. breed, oppervl. 34000 K.M2. Het strekt zich uit van het Z.W. naar het N.O., ligt 476 M. boven het vlak der zee en bevat slechts weinige eilanden, waarvan Olchon (626 K.M2.) het grootste is; het water is heldergroen; in het voorjaar stijgt het water tengevolge van den rijkeren watertoevoer van de rivieren 2 M. De diepte bedraagt 6 — 800 M., bij Golo Ustj echter is een diepte van 1610 M. gemeten. Het meer is door woeste, onbewoonde, vulkanische, hier en daar met wouden bedekte gebergten omgeven, die op vele plaatsen ongenaakbare kapen en voorgebergten vormen.
De oevers zijn rijk aan warme bronnen. Behalve een groote menigte andere vischsoorten, waaraan het meer zijn naam (rijke zee) heeft te danken, leven in het Baikalmeer vijf zalmsoorten, die door de Jenissei en de Angara het meer bereiken. De fauna van het meer wordt verder gekenmerkt door een grondelsoort, Comephorus baicalensis, en een zeehondsoort, Callocephalus Sp. Van einde Dec. tot midden April is de oppervl. met een ijslaag van 1 tot 11/2 M. bedekt. Van de in het meer uitstroomende rivieren zijn slechts de Angara, de Selenga en de Bargoesin bevaarbaar.
