Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Bacteriologie

betekenis & definitie

Bacteriologie - is de wetenschap, die zich bezig houdt met de bestudeering van de Bacteriën. Haar ontwikkeling valt, wegens de uiterst geringe afmetingen der bact., van zelve samen met die van het microscoop. Als de vader van deze wetenschap wordt algemeen gehuldigd onze landgenoot Anton van Leeuwenhoek, die zelf de toenmaals gebruikte vergrootglazen zoodanig verbeterde, dat hij er met 270-malige vergr. voor ’t eerst de mond-bact. mede waarnam en afbeeldde (1683). Daarna is er een periode van stilstand geweest van ongeveer een eeuw; eerst in 1786 verscheen het werk van den Deen O.

Müller, die verscheidene bact. 'op correcte wijze beschreef, ze tot de infusiediertjes rekende, maar toch voor verwant aan de planten hield. Doch ook daarna is er nog geen groote vooruitgang. In de le helft der 19e eeuw valt de strijd over de abiogenesis, waartusschen de onderzoekingen van Ehrenberg (1838) en Perty (1852). Daarna F. Cohn (1854), die een systeem opstelde, dat nog heden ten grondslag dient, en die de bacteriën bij de lagere Algen rekent, terwijl v. Nageli (1858) ze voor verwant met de Schimmels hield. Als grondlegger van de physiologie der bact. kunnen wij Pasteur beschouwen. Hij bewees, dat bact. de oorzaak zijn van verschillende gistingsprocessen (de gistcellen waren reeds in 1837 als zoodanig erkend), en toonde aan, dat „ziekten” in wijn en bier door dergelijke gistingen werden teweeg gebracht (1858—1876). De apotheker Lemaire ontdekte de bact.-doodende krachtvanhet carbolzuur, en trok de conclusie, dat dit, evenzeer als het gisting tot stilstand bracht, ook ettering moest tegenhouden. Hierop steunende, voerde Lister (1868) zijn antiseptische wondbehandeling in, die een omkeer in de chirurgie ten gevolge had, en duidelijk de juistheid bewees van de leer van het contagium vivum, in 1840 verkondigd door F. G. Heide, volgens wien besmetting moest plaats hebben door levende wezens.

Wat voor Heide intusschen niet was weggelegd, mocht aan Davaine gelukken: deze zag voor het eerst bact. in het bloed van aan mdtvuur gestorven dieren (1850). Het bewijs, dat deze ook de oorzaak waren der ziekte, leverde in 1876 R. Koch, die 5 jaar later zijn „plaatkultuur”methode vond, welke ’t mogelijk maakte om bact. te scheiden, en elke soort afzonderlijk als reinkuituur te kweeken. Nu kon men ze alle afzonderlijk op hun eigenschappen onderzoeken, en was spoedig de laatste slag toegebracht aan de leer der pleomorphie, d.w.z. van die haast onbegrensde veranderlijkheid der soorten, die het bereiken van positieve resultaten zoo in den weg had gestaan. Sinds dien heeft de bacteriologie zich ontwikkeld met een snelheid, die in de geschiedenis der wetenschap haast eenig is. We noemen op het gebied der medische bact. slechts de ontdekkingen van resp. tuberkel-, cholera-, diphtherie-, pneumonie-, tetanus-, influenza-, pesten syphilis-bacil (deze laatste ook wel gebracht tot de Flagellata). Het onderzoek naar de eigenlijke oorzaak van haar schadelijke werking en de verweermiddelen van het menschefijk lichaam daartegen nam gaandeweg zulk een omvang aan, dat dit gedeelte als een afzonderlijke afdeeling der medische bact., de serologie, welhaast haar speciale beoefenaars kreeg. Maar niet minder vruchtbaar bleek de studie der bact. voor landbouw en techniek. Hieromtrent raadplege men de artt.: BODEMBACTERIËN, GISTING, ROTTING, CONSERVEEREN VAN LEVENSMIDDELEN, AZIJN, ZUIVEL, TABAK.

< >