Babel-Bijbel-vraagstuk

betekenis & definitie

Babel-Bijbel-vraagstuk - Met het B. B. vr. bedoelt men de sedert 1902 in breede kringen hartstochtelijk besproken vraag, in hoever Israël geestelijke zelfstandigheid bezit tegenover B. In 1902 hield n.l. Prof. F. Delitzsch ten aanhoore van den Duitschen keizer zijn eerste „Babel-Bibel-vortrag”, waarvan in korten tijd het „20ste Tausend” verscheen, en waarin hij betoogt, dat het geheele geestelijk bezit van Israël (godsnaam, monotheïsme, sabbat, onderwereldvoorstelling, schepping- en zontvloed-verhalen zondebegrip, zondeval, zedelijk besef, onsterfelijkheidsgeloof, patriarchenverhalen, enz.) aan B. ontleend is. Voor vakgeleerden bevatten de gegevens van Delitzsch weinig nieuws, en ’t nieuwe (Jahvenaam en monotheïsme in B.) bleek later onjuist te' zijn, maar ’t opzienbarende lag in het feit, dat het groote publiek nu voor ’t eerst in de kwestie werd gemengd, wat vooral van kerkelijke zijde een heirleger van strijdschriften uitlokte. De geestelijke zelfstandigheid van Israël tegenover B., wordt tegenwoordig algemeen toegegeven, evenzeer als Israëls afhankelijkheid van B. in vele opzichten.