Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Avenarius

betekenis & definitie

Avenarius - 1) Ferdinand, Duitsch dichter, geb. 1856. Mooie lyrische gedichten: Wandern und Werden (’80), Stemmen und Bilder (’98), Lebe (’93). Door zijn tijdschrift Der Kunstwart (sedert ’87) trachtte A. het groote publiek tot begrip van en liefde voor goede kunst te brengen, zoowel op het gebied van poëzie en muziek, als van beeldend en toegepaste kunst.

2) Richard, Duitsch philosoof, 1843-96, van ’77 af professor te Zürich; zijn leer noemde hij zelf empirio-kriticisme. Daarin wil hij, de biologie ten grondslag leggend, de ervaring van alle metaphysische toevoegsels zuiveren en alleen het ervaarbare, het gegevene als kennismiddel laten gelden. Er is maar één soort van zijn; geen tweeheid van physisch en psychisch bestaan mag worden aangenomen. Werken: Kritik der reinen Erfahrung (1888-90, 2 dln.); Der menschliche Weltbegriff (2e druk 1905). Tot zijn school behooren o.a. Carstanjen, Petzoldt, Wahle.

< >