Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Automaat

betekenis & definitie

Automaat - zelfbeweger; in het algemeen elke mechanische inrichting, welke de voor haar doeleinde vereischte bewegingen door een in haar bevestigd mechanisme verricht, uurwerken, planetariën, enz.; in het bijzonder een instrument, dat door een niet van buiten zichtbaar mechanisme bewegingen van bezielde lichamen nabootst. Tegenwoordig wordt onder den naam automaat nog verstaan een toestel, dat na het inwerpen van een geldstuk het een of ander artikel geeft, b.v. perronkaarten, postzegels, bonbons, enz. Fig.: een willoos, machinaal handelend mensch.

< >