Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Arrondissement (militair)

betekenis & definitie

Arrondissement (militair) - een van de gedeelten van het grondgebied van het Rijk in Europa, waarin dit is verdeeld ten behoeve der militaire rechtspraak.

Er zijn drie van die arrondissementen, wier grenzen samenvallen met de drie militaire afdeelingen, waarin genoemd grondgebied verdeeld is, namelijk: 1e afdeeling Amsterdam, in’t algemeen bevattende de provinciën Noord- en Zuid-Holland boven de Lek, 2e afdeeling Utrecht, in ’t algemeen bevattende de provinciën Groningen, Friesland, Drente, Overijssel, Utrecht en Gelderland benoorden den Rijn en de 3e afdeeling Breda, in ’t algemeen het overige grondgebied bevattende. De hoofdplaatsen van de arrondissementen zijn: 1e ’s-Gravenhage, 2e Arnhem, 3e ’s-Hertogenbosch. In ieder van die hoofdplaatsen is een Krijgsraad, die telkens bijeen geroepen wordt door den commandant van het garnizoen aldaar. Die krijgsraden nemen kennis van alle strafbare feiten, door aan hun gezag onderworpen militairen in dat arrondissement begaan of behoorende tot garnizoensplaatsen in dat Arrondissement gelegen. In ieder Arrondissement is ook een commandeerend officier, waartoe zijn aangewezen de bevelhebbers in bovengenoemde Militaire afdeelingen.

Deze is bevoegd van den AuditeurMilitair te vragen advies en inlichtingen omtrent handhaving der krijgstucht en der justitie; hij heeft mede het recht van toezicht op de provoosthuizen, moet van den Auditeur ontvangen een lijst van de bij den krijgsraad afgedane en niet afgedane zaken. Hem zijn verschillende bevoegdheden gegeven tegenover den provoostgeweldige. Overigens heeft deze autoriteit onder zijne bevelen de officieren van den provincialen en plaatselijken staf en de garnizoens- en detachements-commandanten, voor zooverre betreft den garnizoensdienst, de algemeene militaire politie, het openbaar gedrag van militairen en den militairen bijstand; hij heeft toezicht op de huisvesting der troepen en de stalling der paarden. Hij verleent aan officieren verlof tot twee maanden en is in vredestijd meestal belast met de samenstelling van de raden van onderzoek en van appèl.

< >