Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Arnulf

betekenis & definitie

Arnulf - Roomsch-keizer en Koning van Duitschland, geb. omstr. 850, natuurlijke zoon van den Karolinger koning Karloman en kleinzoon van Lodewijk den Duitscher. Hij kreeg het hertogdom Karinthië; kort voor zijns vaders dood zocht hij echter vruchteloos zich de opvolging in Beieren te verzekeren. Toen de heerschappij van Arnulfs oom, Karel III den Dikke, onder wien het Frankische rijk eeD tijd lang bijna in zijn geheel werd hereenigd, in verval geraakte en er allerwege verwarring heerschte in de Karolingische staten, bleef A. dezen vorst niettemin trouw en werd, toen Karel de Dikke in 887 door de Duitsche stenden op den rijksdag te Trier eindelijk onbekwaam voor de regeering werd verklaard, door die stenden aangewezen als opvolger, als de eenige onder de Karolingers, die geestkracht genoeg bezat, om de eenheid der Duitsche natie voor verder verval te bewaren. A. werd in den herfst van 887 te Frankfurt tot Koning verheven en door de Duitschers erkend; wel had hij ook aanspraak kunnen doen gelden op Italië, waar Berengarius I van Friaul tot Koning werd uitgeroepen, en op Frankrijk, waar Odo van Parijs zich zocht te handhaven, evenals op het gebied tusschen het Juragebergte en de Rhône en op Opper-Bourgondië, doch hij gaf deze op, begrijpende, dat hij zich als Koning over een dusdanig uitgestrekt gebied onmogelijk staande zou kunnen houden, terwijl bovendien Odo en Lodewijk II de Blinde van Neder-Bourgondië zijn opperheerschappij erkenden.

Toen dit met Berengarius en Rudolf I van Opper-Bourgondië niet het geval bleek,'greep A.naar de wapenen, om zich als opperheer te doen gelden. Tegen Rudolf I kon hij weinig uitrichten, daar deze hem in de bergen van zijn land ontweek. Tegen Italië achtte hij het niet voorzichtig, iets te ondernemen, alvorens hij zijn meest geduchte vijanden, de Noormannen en de Moraviërs, onschadelijk had gemaakt. Arnulf riep de Alemannen en de West- of Rijn-Franken tegen hen op, maar de eersten weigerden hem zoo ver buiten hunne grenzen te volgen en hij moest zich derhalve met de laatsten vergenoegen. Bij Leuven aan de Dijle vernietigde hij het Noormannenleger bijna geheel (891). Ongelukkig riep Arnulf zelf, nadat hij de Noordelijke barbaren uit zijn gebied teruggeslagen had, eenen anderen vijand, de Magyaren, in het land. Hij keerde zich namelijk na het overwinnen der eersten tegen de Slaven in Bohemen en Moravië en meende die het best met hulp der woeste Magyaren tot rust te kunnen dwingen. In talrijke benden braken de Magyaren naar Moravië op; Arnulf overwon met hunne hulp gemakkelijk den aldaar gevestigden vorst der Slaven, Swatopluk.

Eindelijk verscheen Arnulf, nadat hij aldus de Moraviërs vernederd had, in Opper-Italië (894), met toen waarschijnlijk geene andere bedoeling, dan om zijn hoofdvijand, Rudolf van Opper-Bourgondië, te onderwerpen. Dit gelukte niet en A. moest, toen hij tot Piacenza gekomen was, weder over de Alpen terugkeeren; ook zijn zoon Swentibold, dien hij in het hooge gebergte gezonden had, kon niets tegen Rudolf uitrichten. Kort na den aftocht der Duitschers stierf Guido van Spoleto, de mededinger van Berengarius naar de heerschappij in Italië, en Arnulf rukte daarop ten tweeden male Italië binnen (895). Ditmaal had hij het bepaalde oogmerk, zich van het land meester te maken en hij deed dit van het begin af zóó duidelijk blijken, dat Berengarius met Guido’s zwager, den Markgraaf Adelbert van Tuscië, een verbond tegen hem sloot. In Opper-Italië ontmoette Arnulf slechts geringen tegenstand, maar des te meer te Rome, waar Ingeltrude, de weduwe van Guido en voogdes voor haar zoon Lambert, aan het hoofd eener machtige partij alles ter verdediging in het werk stelde en waar de Paus Formosus door zijne tegenstanders zeer in het nauw gebracht werd.

De Duitsche Koningwist evenwel met geweld zich van Rome meester te maken en liet zich door Formosus tot Keizer kronen. Doch kort daarna zag A. zich door een aanval van ziekte genoodzaakt, naar Duitschland terug te keeren (896). Sedert bleef A. ziekelijk en moest hij niet alleen de heerschappij over Italië weer opgeven, doch ook in Duitschland nam de oplossing van dit gebied hand over hand toe. A. stierf 899 te Regensburg. Nog tijdens zijn leven had hij zijn onechten zoon Swentibold tot Koning van Lotharingen en Bourgondië laten verheffen en zijn jeugdigen zoon Lodewijk het Kind in het overige Duitschland, waar deze de laatste Karolinger op den troon is geweest.

< >