Aquila (johann kaspar) - eigenlijk Adler, Duitsch hervormer, geb. 7 Aug. 1488 te Augsburg, overL 12 Nov. 1560 te Saalfeld. In 1502 studeerde hij te Ulm, zette later in Italië zijn studiën voort, en werd in 1616 pastoor in de nabijheid van Augsburg. Bij Luthers optreden schaarde A. zich aanstonds aan diens zijde, rekende zich van zijn priestergeloften ontheven, en trad in het huwelijk, waardoor hij zich in allerlei moeilijkheden bracht. Hij bekleedde voorts allerlei kerkelijke ambten, was opvoeder der zonen van Franz von Sickingen en stond Luther bij diens bijbelvertaling met zijn grondige kennis der Hebr. taal bij en schreef verschillende theologische verhandelingen als: Christi.
Bedenken auf das Interim. (1548), Das Interim illuminiert (1548); naar aanleiding van dit laatste geschrift stelde de Duitsche keizer een prijs van 5000 gulden op zijn hoofd; gravin Catharina van Rudolstadt en haar broeder, de graaf van Henneberg, namen hem echter in bescherming en benoemden hem in 1650 tot deken aan de stiftskerk te Schmalkalden. Van zijn overige geschriften zijn nog te noemen: Christ. Erklärung des Kleinen Katechismus (Augsb. 1638), en Fragstücke der ganzen christl. Lehre 1547).
