Apulië - oudtijds een landschap in het Z.O.. van Italië tusschen de Mte Gargano en Tarente aan de O.-kust. De bevolking was zeer gemengd, daar bij de oudste bewoners, de Apuli, reeds vroeg Illyriërs en Calabriërs kwamen, benevens Grieksche kolonisten. De Grieksche koloniën Tarentum en Brundisium oefenden een gunstigen invloed uit op de stoffelijke en verstandelijke ontwikkeling der geheele bevolking. Doch toen de steden zich aan de Romeinen hadden moeten onderwerpen, raakten zij in verval en handel en industrie begonnen te kwijnen.
De belangrijkste steden waren: Teanum Apulum, Luceria met een Minerva-tempel, Arpi, de zetel van koning Diomedes, zoon van Tydeus, Canusium, Herdonia, Ausculum, Genusia, de geboorteplaats van Horatius, enz. — Het tegenwoordige Italiaansche compartimento A. reikt van den Mte Gargano tot Kaap di Lenca en bestaat uit de provinciën Bari, Loggia en Lecce, te zamen beslaande een oppervlakte van 19.000 K.M2,, met eene bevolking van ruim 3 millioen zielen. De bodem is over het algemeen vlak, echter is de kalkbodem in ’t Z. weinig vruchtbaar. Reeds in de oudheid was A. bekend als weide- en bouwland; Murgia heeft wijnbergen en olijventeelt, doch het land heeft veel te lijden van droogte.