Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Antimonium of antimoon

betekenis & definitie

Antimonium of antimoon - Lat. Stibium, symbool Sb, scheikundig element, dat met stikstof, phosphorus, arsenicum en bismuth één groep vormt. Het vormt dus een overgang tusschen de metalen en de niet-metalen, doch staat in hoofdzaak aan de zijde der eerste.

Geschiedenis. A. en zijn verbindingen waren reeds in de oudheid bekend. Het sulfide, de in de natuur voorkomende spiesglans, wordt in het Oude Testament vermeld. Ook zijn vaten van a.-metaal, o.a, een Chaldeeuwsche vaas, opgegraven. In de Chineesche geneeskunde speelt a. een belangrijke rol en de geneeskrachtige eigenschappen van het a. hebben de middeleeuwsche iatrochemici de kennis verschaft, die in een aan Basilius Valentinus toegeschreven, 1460 gedateerde monographie: „triumfwagen van het antimonium” de oudste chemische monographie, is verzameld. De naam stibium, waarvan het symbool Sb komt, werd oorspronkelijk aan het sulfide, den spiesglans, gegeven, even als de latere naam antimonium, dien men het eerst in werken van Geber vindt.

Eigenschappen. A. is een wit, glinsterend, duidelijk kristallijn, zeer bros metaal, dat zich met andere metalen goed legeert en meestal aan de verkregen alliages grootere hardheid geeft. Het heeft een soortelijk gewicht van ongeveer 6,7, smelt bij 630° en kookt bij 1300°; warmte en electriciteit geleidt het tamelijk goed. In de thermo-electrische spanningsreeks neemt het de meest negatieve plaats in; vandaar zijn gebruik in thermozuilen. Het atoomgewicht is 120.2. Behalve het gewone a. zijn nog een aantal minder bestendige allotrope vormen bekend, a. verbindt zich bij gewone temperatuur niet noemenswaard met de zuurstof van de lucht, zoodat het metaal blank blijft. Bij hoogere temperatuur verbrandt het.

Met stoffen, die zuurstof afgeven, met de halogenen of zwavel reageert het vrij gemakkelijk. Zuren werken er alleen bij aanwezigheid van zuurstof op in. A. is in zijn verbindingen meest 3- of 5-waardig. In de driewaardige treedt het in de antimoonzouten meest als positief ion op en komt dus het metaalkarakter uit, in de 5-waardige is de vorming van negatieve ionen overwegend. Behalve met de elementen van de stikstofgroep, vooral het arseen, zijn er talrijke punten van overeenkomst met het tin.

Gebruik. A. wordt gebruikt in tal van legeeringen, met lood als hardlood en lettermetaal, met tin, zink en koper als brittaniametaal, met tin, lood en koper als wit-, lager-, antifrictiemetaal. Zwavelantimoon dient bij de vuurwerkmakerij en tot het vulcaniseeren van caoutchouc, antimooncinnaber als verfstof, verschillende a. preparaten worden in de ververij gebruikt, terwijl het verbruik van a. in verschillende verbindingen voor medische doeleinden weliswaar afneemt, doch steeds nog niet onbelangrijk is.

Voorkomen in de natuur. A. vergezelt in de natuur vooral zwavel en arseen en is beperkt tot ertsgangen, waarin het voorkomt voornamelijk als antimoon sulfide, echter ook als sulfoantimoniaten, en sulfoantimonieten van lood, koper en zilver en als antimonide van zilver en nikkel; de chemische aard van het gouderts nagyagiet is niet duidelijk. Ook zonder dat edele metalen in de formule voorkomen, bevatten a.-mineralen dikwijls een weinig goud of zilver; aan den anderen kant komt a. zelf op gelijke wijze voor in tal van ertsen, bijv. in galeniet. Dichtbij de oppervlakte van de aarde treden in a. houdende gangen op a.-oxyden en a.-oxysulfide. Als secundaire producten zijn ook op te vatten gedegen a. en allemontiet.

Ertsen. Het belangrijkste erts is antimoniet; de daarmee samen voorkomende oxydische verbindingen, die aanvankelijk verwaarloosd zijn, krijgen meer en meer beteekenis. A. wordt verder gewonnen als bijproduct uit ertsen die om hun lood-, koper-, zilver- of goudgehalte verwerkt worden.

Metallurgie. De afscheiding van het a. uit de ertsen en antimoonhoudende tusschenproducten berust op een roosting en daaropvolgende reductie door middel van kool, van de bij de roosting gevormde oxydische tusschenproducten. De reductie moet geschieden onder toevoeging van stoffen, die als slak een luchtafsluitende laag op het metaal vormen, omdat anders een groot gedeelte van het antimoon als oxyde vervluchtigen zou. Het zoo gewonnen a. bevat nog arseen, ijzer, koper en zwavel en wordt geraffineerd door samensmelten met soda of potasch en antimoonglas. Alleen lood blijft, als het aanvankelijk aanwezig was, steeds bij het a. Sedert eenigen tijd wordt een nieuw procédé toegepast, bestaande in een samensmelting van het erts met cokes in een schachtoven. Daarbij vervluchtigen zich a. en a.-oxyde, terwijl de bijgemengde metalen verslakt worden. De handel eischt als teeken van zuiverheid op de a. blokken een stervormige teekening. De figuur ontstaat inderdaad slechts bij voldoenden graad van zuiverheid (vooral afwezigheid van lood), maar om ze te voorschijn te roepen moet men bovendien tijdens het stollen eenige voorzorgen nemen.

Statistiek. De grootste producent is China, het voerde in 1914 uit in duizendtallen tonnen van 1000 K.G. aan metaal 2.8, antimonium crudum 14.9, erts 9.4, asch (= afvalproduct bij bereiding ant. crud.) 2.6. Andere leveranciers van ertsen zijn Frankrijk en Algiers, Japan enz. In de Ver. Staten wordt veel hard-lood rechtstreeks gemaakt, grootendeels als bijproduct bij de winning van edele metalen, zonder dat lood en a. eerst gescheiden worden. Deze hard-loodprod. van de Ver. Stat. omvatte in 1913 2000 t. a. De oorlog deed een plotselinge behoefte aan a. ontstaan. Van 31 Juli tot 10 Aug. 1914 liep dientengevolge de prijs op de markt te New York van de beste kwaliteit op van $ 0.07 tot $ 0.20 per Eng. pd. = ƒ 0.36 tot ƒ1.-per K.G.

< >