Antimoniet - (Fr. Stibine, Eng. Stibnite, hd. Antimonglanz), mineraal Sb2S3, rhombisch kristalliseerend in slanke ondoorschijnende zuilen met levendigen, blauwwitten metaalglans. In Japan worden groote tot 30 en 40 c.m. lange prachtige kristallen gevonden; over het algemeen zijn zij echter veel kleiner; ook in compacte stengelige en vezelige aggregaten en dicht.
Zeer goed spijtend volgens het brachypinakoide. Smelt bij opvallend lage temperatuur, reeds in de vlam van een kaars. Verreweg het belangrijkste antimoonerts met 71% antimoon; bevat dikwijls goud en zilver. De naam stibniet was reeds bij de Ouden in gebruik; de vrouwen gebruikten het mineraal voor het verven van het haar, de wenkbrauwen enz. en het schijnbaar vergrooten der oogen; vandaar de tweede naam: platyophthalmon, platys (Gr.) = breed; ophthalmos = oog.