Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Anjou (graafschap)

betekenis & definitie

Anjou (graafschap) - oudtijds een graafschap, vervolgens een hertogdom in Frankrijk, waaruit het departement Maine-et-Loire is gevormd, terwijl gedeelten bij de departementen Mayenne, Sarthe en Indre-et-Loire werden gevoegd. De hoofdstad was Angers. Anjou werd oorspronkelijk bewoond door een Keltischen volksstam, de Andes of Andecavi. Het eerste gravengeslacht van A. stierf in 1060 uit.

De zuster van den laatsten graaf, Godfried II van A., die kinderloos stierf, bracht het graafschap aan het huis Gitinais, waaruit de stamvader van het geslacht Plantagenet voortkwam, nl. Godfried V Plantagenet, elfde graaf van A., die in 1128 met Mathilde, de dochter van Hendrik I van Engeland, huwde en het graafschap naliet aan zijn zoon, die later als Hendrik II den Engelschen troon beklom (1154). De Koningen van Engeland regeerden alsnu ook over A. tot 1204, in welk jaar Philips II Auguste het aan Jan Zonder Land ontnam, waarmede het tweede huis van A. een einde nam. Karel, de jongere broeder van Lodewijk VIII, kreeg A. in 1246, werd de stamvader van het derde huis van A. en veroverde het koninkrijk der beide Sicilien (1276). De kleindochter van Karel bracht A. als huwelijksgift aan Karel van Valois, wiens zoon, als Koning van Frankrijk Philips VI, A. in 1328 met het gebied der Fransche kroon hereenigde. In 1360 verhief Jan de Goede het tot hertogdom en gaf het in leen aan zijn tweeden zoon Lodewijk, die stamvader van een tweede reeks Koningen van Napels uit het huis van A. werd. Toen Koning René van Napels, hertog van A., in 1480 stierf, vereenigde Lodewijk XI A. voor goed met het gebied der Fransche kroon, sedert wanneer de titel van hertog van A. voor een der jongere zonen der Fransche Koningen bleef gereserveerd (Hendrik III, vóór hij koning werd; zijn broeder Frans daarna (zie hieronder); twee zonen en een kleinzoon van Lodewijk XIV en Lodewijk XV vóór zijn troonbestijging), behalve tusschen de jaren 1516—1531, gedurende welk tijdperk het een bezitting uitmaakte van Louise van Savoye, moeder van Frans I.

< >