Anguisciola - (Sofonisba), Ital. schilderes, geb., volgens een notitie in het schetsboek van A. van Dijck, in 1527 te Cremona; zij stierf na 1623, waarschijnlijk te Palermo. S. A. was de meest beroemde van zes zusters, allen schilderessen. — Zij was leerlinge van Bernardino Campi (overl. 1549), daarna van Bernardino Gatti, en schilderde voornamelijk portretten, eenige te zamen, soms zoo geschikt, dat de groep iets van een genre-voorstelling heeft. Er bestaan echter ook enkele schilderijen met religieus onderwerp. Verreweg het meest portretteerde zij zich zelve.
Op aanbeveling van den hertog van Alva riep Philips II van Spanje, haar aan zijn hof (1559), waar zij tot het gevolg der Infante behoorde. Zij schilderde portretten van den koning, de koningin en van Don Carlos, stond hoog in aanzien en haar werk werd goed betaald. Zij huwde Don Fabrizio di Moncada, een Siciliaanschen edelman en keerde met hem naar Italië (Palermo) terug. Na diens dood trad zij in den echt met den Genuees Orazio Lomellino (sedert 1584 is zij te Genua bekend). Hier schilderde S. 1599 het portret van de Infante Isabella Clara Eugenia. Zij schijnt nogmaals naar Palermo teruggekeerd te zijn, waar v. Dyck haar 1623, 12 Juli, heeft ontmoet en geteekend. S. was toen 96 jaar en blind. Door haar tijdgenooten werd zij om hare gaven — zij had ook muzikalen aanleg en was in de humanistische wetenschappen bedreven — en om haar vriendelijken aard zeer geprezen.
Haar werk is eenigszins ongelijk van gehalte, nooit ver boven het middelmatige. Den invloed van de Venetianen en, door haren tweeden leermeester, Gatti, ook dien van Correggio, wordt men aanstonds gewaar. Maar haar portretten, met hun ronde oogen en weeken omtrek, in een bruingeel gamma geschilderd, zijn desniettemin gemakkelijk te herkennen. Er is dus iets persoonlijks in. Haar meest belangrijk schilderij is: De schaakspelende zusters met de oude dienaresse, in de collectie Raczynski, Polen, (gemerkt 1555). Verschillende verzamelingen in Italië en Engeland bezitten stukken van Sofonisba. Ook in Weenen (Hofmuseum) is een klein portret van haar zelve. Lijst van werken en litteratuur geeft het artikel van H. Posse in Thieme-Beckers Künstlerlexikon.