Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

André (fam.)

betekenis & definitie

André (fam.) - Naam van eene familie van verdienstelijke toonkunstenaars:

1) Johann A., de stichter van de beroemde muziekuitgeversfirma te Offenbach, geb. 28 Maart 1741, overl. 18 Juni 1799. Zijn vader wilde, dat hij hem opvolgde als directeur van eene zijde-fabriek, maar de neiging tot de muziek was te sterk, zoodat hij zich geheel aan die kunst wijdde. In 1773 werd zijne eerste Opera opgevoerd, die door een aantal andere gevolgd werd. 1777 trad A. op als kapelmeester a/h Theater Döbbelin te Berlijn. 1784 keerde hij naar Offenbach terug, waar hij naast de zijdefabriek, eene muziekuitgeverszaak leidde, die spoedig tot grooten bloei kwam. De hoofdbeteekenis van A. als componist, ligt in zijne liederen, die onder de vele, die in de tweede helft der 18e eeuw geschreven werden, een goed figuur slaan. 2) Johann Anton, derde zoon van den voorgaanden, geb. 6 Oct. 1775, overl. 6 April 1842, beoefende grondig de muziek, studeerde bovendien aan de hoogeschool te Jena, maakte groote reizen, en nam — na den dood van zijnen vader — de leiding van de uitgeverszaak op zich. Deze maakte hij tot een der meest beteekenende van de wereld, toen hij van de weduwe van Mozart de geheele nalatenschap aan manuscripten van den meester aankocht.

Ook de aanwending van den steendruk kwam de zaak zeer ten goede. Als componist was Anton A. zeer vruchtbaar. Hij schreef ook eenige theoretische leerboeken, die hem doen kennen als stevig onderlegd theoreticus. Zijne vier zonen Karl August, Julius, Johann August en Jean Baptiste waren alle vier verdienstelijke toonkunstenaars. De eerste bovendien kundig piano-fabrikant.

< >