Anckarström - Johann Jacob Anckarström, Zweedsch edelman, geb. 1762, onthoofd 1792; hij kwam als page aan het hof, trad in krijgsdienst en nam in 1783 ontslag. Verdacht van opruiing en van hoogverraad, werd hij in 1790 gevangen genomen, doch bij gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. In hetzelfde jaar ging hij naar Stockholm en sloot zich daar bij een groep hooggeplaatste ontevredenen aan, die het plan ontwierpen, om den Zweedschen koning, Gustaaf III, van het leven te berooven; het lot wees A. en de graven Horn en Ribbing als de uitvoerders aan; hun pogingen, om Gustaaf III op den rijksdag te Gefle, Januari 1792, te genaken, bleken vruchteloos; na ontbinding van gemelden rijksdag verspreidde zich het gerucht, dat Gustaaf de oude staatsregeling wilde omverwerpen en dit gerucht versterkte de saamgezworenen nog in hun besluit. 16 Maart 1792 doorschoot Anckarström den Zweedschen vorst op een gemaskerd bal, tengevolge waarvan deze veertien dagen later stierf.
Den volgenden dag werd A. gegrepen; hij bleef niettegenstaande de zwaarste pijnigingen weigeren, ook maar een enkelen medeplichtige te noemen. Hij werd ter dood veroordeeld, gedurende drie dagen herhaaldelijk gegeeseld en op 27 April, nadat hem nog eerst de rechterhand was afgehouwen, onthoofd.