Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Anaxagoras

betekenis & definitie

Anaxagoras - Grieksch wijsgeer geb. 土 500 v. C. te Klazomenae (KI. Azië), leefde in Athene als vriend van Perikles. Van goddeloosheid aangeklaagd ging hij 434 naar Lampsakus, waar hij in 427 stierf. — Zijn leer was een qualitatief atomisme. Ontstaan en vergaan = verbinding en scheiding van onveranderlijke deeltjes, „zaden”, oneindig in aantal, later „homoeomeriën” genoemd (gelijksoortige deeltjes, b.v. van vleesch, goud, bloemen).

Oorspronkelijk bestond een chaos, waarin alle deeltjes ongeordend dooreen waren. Toen kwam de „geest” (nous) die alles ordende. Deze geest (waarschijnlijk te denken als een uiterst fijne denk-stof) is zuiver, met niets gemengd, op zichzelf bestaande, de grond van alle doelmatigheid (teleologisch principe). Deze laatste gedachte voerde A. echter niet door (zooals Aristoteles hem verweet), daar hij alles in de natuur zooveel mogelijk mechanisch wilde verklaren. — Over de goden wist hij niets te leeren. Van zijn in proza geschreven werk („over de natuur”) zijn nog enkele fragmenten over.

< >