Anaphylaxie - Spuit men bij een dier een voor zijne soort vreemd eiwit in (onder de huid, in de buikholte of direct in de bloedbaan), dan bespeurt men in den regel geen nadeelige werking. Zoo verdraagt een cavia gemakkelijk een inspuiting van kippeneiwit of paardenserum (waarin dus eiwitten afkomstig van het paard voorkomen). Herhaalt men echter na eenigen tijd een dergelijke inspuiting dan is de uitkomst een geheel andere; het dier blijkt nu een bijzondere gevoeligheid voor het eerst ingespoten eiwit te bezitten: uiterst kleine hoeveelheden kunnen bijna onmiddellijk den dood veroorzaken. Dit eigenaardige verschijnsel, dat een dier bij de tweede inspuiting van een stof, waarvan het de eerste inspuiting zonder bezwaar heeft verdragen, geheel anders reageert, noemt men anaphylaxie.
T. o. v. dit verschijnsel valt nog het volgende op te merken. In de eerste plaats is de a. steeds specifiek, d.w.z. heeft alleen betrekking op het soort eiwit, dat de eerste maal was ingespoten. Een dier ingespoten met paardeneiwit, vertoont bij een tweede inspuiting alleen overgevoeligheid voor paardeneiwit, niet b.v. voor rundereiwit. De toestand van a. is niet onmiddellijk na de eerste inspuiting aanwezig; meestal ontwikkelt de a. zich 7 à 10 dagen na de inspuiting; daarna kan de a. lang, misschien jaren, blijven bestaan. De heftigheid, waarmede het dier reageert, hangt af van de diersoort, van de eiwitsoort, van de hoeveelheden, tijd van inspuiting enz. De reactie kan soms zwak zijn (geringe temperatuursverhooging), maar ook zóó sterk, dat bijna onmiddellijk de dood volgt.
Heftige reacties duidt men aan met den naam anaphylactischen shock. A. komt alleen voor, wanneer het eiwit niet langs het darmkanaal in het lichaam is opgenomen. Eiwit, als voedsel genoten, geeft in het algemeen geen aanleiding tot a. Zij komt ook bij den mensch voor. Een kind,-ingespoten met diphterieserum (d.i. serum in den regel afkomstig van een paard), is anaphylactisch t.o.v. ieder serum van een zelfde diersoort afkomstig. Praktisch behoeft men bij den mensch niet veel rekening te houden met a., omdat deze verschijnselen bij den mensch in den regel geen heftig karakter vertoonen. Zie verder IMMUNITEIT, SERUMZIEKTE.