Amnestie is de Grieksche naam voor een algemeen politieken maatregel, waardoor bij omwentelingen, de overwinnende partij verklaarde, het onrecht te zullen vergeten, dat de tegenpartij haar had aangedaan. Niemand mocht derhalve ter verantwoording worden geroepen om een vroeger begaan politiek misdrijf. Wij vinden reeds bij Solon sporen eener amnestie, maar de bekendste is die van Thrasybulus na de verdrijving der 30 tirannen (in 403 onder het archontaat van Euclides): de eed, waarmede zij bekrachtigd werd, vindt men bij Andocides (Myster. § 90).
Thans verstaat men onder a. de bepaling, dat een zeker misdrijf of zekere klasse van misdrijven voor hen, die er zich aan schuldig maakten, onverschillig of men die schuldigen al of niet kent, en onverschillig ook of er reeds eene rechtsvervolging werd ingesteld, niet zal opleveren de gevolgen, welke de wet er aan verbindt. In tegenstelling met gratie, die door den Koning wordt verleend, is a. slechts bij eene wet mogelijk (art. 68 Grw.). Voor Ned.-Indië heeft de G. G. het recht van a., maar slechts voor zoover betreft inlandsche vorsten en hoofden (art. 52 Reg. Regl.). A. wordt veelal verleend bij heugelijke gebeurtenissen, als troonsbestijging van een vorst. Bij het uitbreken van den tegenwoordigen oorlog werd bij de wet van 6 Aug. 1914, Stb. 376 amn. verleend aan hen, die gedeserteerd waren, voor zoover dezen zich vóór 1 Nov. van dat jaar voor den dienst zouden aanmelden.