Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ambonneezen

betekenis & definitie

Ambonneezen - in het algemeen de benaming van de bewoners der Ambonsche eilanden, n.l. Ambon met de Oeliassers (Saparoea, Haroekoe en Noesalaoet); waarschijnlijk van gelijken oorsprong als de Alfoeren op Ceram, zijn de bewoners der genoemde eilanden, vooral van het eigenl. Ambon sedert eeuwen met andere volksstammen vermengd. Men onderscheidt de bewoners der Amb. eilanden in burgers (orang bebas of orang borger) en negorijvolk (orang negori); onder beide soorten kunnen zoowel Mohammedanen als Christenen voorkomen; het aantal Moh. burgers is echter gering. De burgers zijn afstammelingen van inlanders, aan wie tijdens de O.-I.

Compagnie het vrije burgerschap werd verleend, dat in hun geslacht erfelijk bleef; zij zijn nog altijd zeer trotsch op hun voorrecht. Verschil in kleeding tusschen Christenen en Mohammedanen bestaat wel, zoo ook tusschen burgers en negorijvolk onder de Christenen, onder de Mohammedanen niet. Overblijfselen van den ouden heidenschen godsdienst zijn nog veelvuldig te constateeren. Het grootste deel der Inlanders op de genoemde eilanden belijdt den Christelijken godsdienst; het Roomsch-Katholicisme is er reeds door de Portugeezen ingevoerd, maar werd tijdens de O.-I.-C. door het Protestantisme vervangen; de invloed van het Christendom op de bevolking, die wel zeer aan uiterlijke vormen gehecht is, maar het met de zedelijke voorschriften niet erg nauw neemt, wordt door sommige beoordeelaars gering genoemd; evenwel heeft het er zeker toe bijgedragen, dat de A. in het algemeen zich kenmerken door bijzondere trouw en gehechtheid aan het Nederl. gezag.—Het verschil tusschen burgers en negorijvolk komt ook uit bij het grondbezit; de negorijmenschen zijn verdeeld in z.g. d a t i ’s of belastingplichtige eenheden; de met sagoepalmen bezette bosschen eener negorij (dorp) zijn onder de dati’s verdeeld, zoodat de burgers daar geen recht op hebben, evenmin als op de ontginning der woeste gronden, waarover de negorij het beschikkingsrecht (zie GRONDBEZIT EN RECHTEN OP DEN GROND IN NED. INDIË) heeft; slechts bijwijze van gunst wordt hun wel een stuk grond afgestaan tot het aanleggen van tuintjes. — Het volkskarakter is zeer opgeruimd en luchtig; de Ambonees heeft een goeden verstandelijken aanleg en velen worden door de studie aangetrokken.

De voorn. middelen van bestaan vindt de bevolking in het kloppen van sagoe, waartoe velen zich een paar maanden naar de Z. kust v. Ceram begeven; de visch vangst en het tappen van sagoeweer hier sagéroe genoemd; handel en industrie zijn van weinig beteekenis. — De taal van Ambon en de Oeliassers is het z.g. Ambonsch Maleisch, dat van het zuivere Maleisch, zoowel als van de Mal. spreektaal op Java, nogal verschilt, en veel Portugeesche en Ternataansche woorden bevat; de oorspronkelijke taal, de z.g. bahasa tanah of landstaal, bestaat uit verschillende dialekten. — Het inlandsch bestuur over de verschillende negorijen is opgedragen aan regenten, (officieel: gemeentehoofden), die verschillende ambtstitels dragen; verder aan verschillende personen, die hem in zijn bestuur bijstaan, kapala soa of wijkhoofden en een of meer maringo’s of schouten. Bij ordonnantie v. 22 Sept. 1914, Ind. Staatsbl. 629 (op nader te bepalen tijdstip in werking te treden), houdende regeling van de huishoudelijke belangen der Inl. gemeenten in de res. Amboina, is o.a. bepaald, dat de Resident regelen vaststelt omtrent aanwijzing en ontslag van het gemeentehoofd en van de medeleden in het bestuur; hij voorziet den aangewezene van een akte van erkenning, als hij de aanwijzing goedkeurt. — Onder Ambonneezen verstaat men ook wel alle inl. Christen-militairen, hetzij ze van de Amb. eilanden, de Minahassa of Halmahéra afkomstig zijn; de Ind. marechaussees zijn o.a. allen Ambonneezen.

< >