Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ambelau of ambelaoe

betekenis & definitie

Ambelau of ambelaoe - door de bewoners genoemd Boea Pelaoe, eiland ten Z.O. van Boeroe, administratief behoorende tot de onderafd. Boeroe der afd. Amboina van de res. Amboina, Ned.

Indië. Het eiland, ± 75 K.M2. groot, is bergachtig, maar de hoogste toppen komen niet boven 350 M.; het is bedekt met een dicht bosch van fraaie houtsoorten, bewoond door zóó talrijke kudden wilde zwijnen, dat deze ’s nachts geregeld de dorpen binnendringen. De beste haven van A. is de baai van Oelima aan de N. kust; hieraan liggen de dorpjes Oelima, Masawoi en Salati; eerstgenoemd dorp heeft de beste gronden en de mooiste baaien voor vischvangst, ook veel vruchtboomen zooals doerian-, kanari- en pisang-boomen. Oostelijk van Oelima ligt het dorp Loemoi, aan een slecht toegankelijke haven; aan de Z. kust Wai-Loea, bestaande uit drie afzonderlijke dorpjes, het netste dorp van A. met zeer rijke sagoebosschen in de vlakte achter het dorp. De bevolking, ± 1350 zielen sterk, is waarschijnlijk afkomstig van Noesa-laoet, waarmede tot nu toe nog pek of broederschap bestaat; zij is, evenals op Boeroe, in stammen verdeeld, hier béna geheeten, bestaande uit een aantal noeroe’s of buurtschappen, elk gesplitst in dati’s of familietakken; het huwelijk in eigen noeroe of dati is verboden (zie EXOGAMIE); zij is geheel tot het Mohammedanisme overgegaan.

De voornaamste middelen van bestaan zijn de vischvangst, daar de zee, die het eiland omgeeft, zeer vischrijk is; door de vele koraalbanken, die men er vindt, is het gebruik van netten zeer bezwaarlijk, waarom de bevolking gebruik maakt van een rotan van meer dan 200 M. lengte, waarvan de gespleten en gedraaide bladeren van den gemoetoe-boom afhangen; bij wijze van zegen, wordt dit toestel om de school visschen heen uitgebracht en de uiteinden vervolgens naar den wal getrokken; voorts is een belangrijk voedingsmiddel de sagoe; daar niet alle dorpen voldoende sagoebosschen bezitten, hebben de meeste bewoners van A. gebruiksrechten op sagoe- en klapperaanplantingen op den tegenoverliggenden wal van Boeroe. De taal toont groote verwantschap met die van Boeroe. Zie „Het eiland A. en zijn bewoners”, Tijdschr. v. h. Kon. Ned. Aardr. Gen. Dl. 28 (1911).

< >