Ambacht - 1) beroep, tegenwoordig in het bijzonder van een handwerksman;
2) in de M. E. rechterlijke bediening, rechterambt; vooral de lagere rechtsmacht, die bij den schout berustte; hieruit kwam de bet.
3) rechtsdistrict: elke plattelandsafd., die door een schout berecht en bestuurd werd; het heette ook schoutambacht. Thans nog als plaatselijke eigennaam bekend;
4) in West-Friesland een district, welks bestuur met het onderhoud der zee- en binnendijken belast is. Er zijn: Drechterland, de Vier Noorder Koggen, Geestmerambacht en de Schager en Niedorperkoggen.