Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Almandien

betekenis & definitie

Almandien - meest verbreid lid van de belangrijke mineralengroep der granaten; Fe3 Al2 [Si 03]4, bestanddeel van tal van metamorfe gesteenten zooals chlorietlei, amfiboolgesteenten, gneis en glimmerschist, ook in graniet en andere stollingsgesteenten; soms in groote verscheiden ponden wegende, meestal echter in kleinere kristallen: bruintot paarsrood. De naam is ontleend aan „carbunculus alabandicus” van Plinius, in wiens tijd te Alabanda in Kl.-Azië granaten verslepen werden o.a. tot vazen. Ook de naam karbonkel is daaraan ontleend. Doorschijnende variëteiten worden onder den naam van edelen granaat als edelsteen gebruikt; donkerroode met violetten tint zijn het meest gezocht, bruinroode worden in den handel wel vermeille genoemd.

A. kan zeer op robijn gelijken en wordt daardoor uitgegeven: zoog. Ceylonsche robijn; hooger soortelijk gewicht (A. 4.1—4.3, R. 4.0) en afwezigheid van dubb. brek. onderscheiden hem er van. Slijpbare almandien wordt uitsluitend gewonnen op secundaire vindplaats, voornamelijk op Ceylon en in Voor-Indië, verder Brazilië, Groenland en Australië. In Austr. werden een groot aantal maatschappijen opgericht met meer dan 100 mijnvelden, omdat de gevonden steenen aanvankelijk als robijnen duur waren verkocht; a. van daar heeten nog Adelaïder robijnen. Granaat als slijpmateriaal is ook grootendeels a. en wordt gewonnen in de Ver. St. v. N. A., in Spanje en op Ceylon; hoofdzakelijk tot schuurpapier verwerkt.

< >