Allen (karel ferdinand)

betekenis & definitie

Allen (karel ferdinand) - Deensch geschiedvorscher, geb. 1811 te Kopenhagen, overl. aldaar 1871. Hij studeerde te Kopenhagen, bereisde van 1845—1848 Nederland, Engeland, Frankrijk, Italië en Duitschland en werd in 1851 docent en professortitulair aan de hoogeschool in zijn geboortestad, in 1862 professor in de geschiedenis en de Noorsche archaeologie. Zijn voorn, werken zijn: Haandbog i Fädrelandets Historie (Kopenh. 1840, 8ste uitg. 1880); Lärbog i Danmarks Historie (Kopenh. 1842); De tre nordiske Rigers Historie under Hans Christiem den Anden, Frederik den Forste, Gustav Vasa, Grevefejden 1479—1536 (waarvan van 1864 —72 vijf deelen het licht zagen, die, hoewel onvoltooid, een standaardwerk der Noordsche geschiedenis vormen); op politiek gebied schreef hij de van Duitsche zijde fel bestreden werken: Om Sprog og Folkeeicndommelighed i Hertugdömmet Slesvig eller Sönderjylland (Kopenh. 1848) en Del Danske Sprogs Historie i Hertugdömmet Slesvig eller Sönderjylland (Kopenh. 1857).