Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Allebé

betekenis & definitie

Allebé - (August), Nederl. schilder, aquarellist en lithograaf, geb. 19 April 1838 te Amsterdam, leerling van P. F. Greive. In 1855 heeft hij te Antwerpen gewerkt, van 1856 af lithografeerde hij reeds op aansporing van J. Israels en op raad van Ch. Rochussen. In 1857 studeerde A. te Parijs, waar hij ook voor de lithografie bleef werken onder Mouilleron.

Hier onderging hij vooral den invloed der romantische school, in de eerste plaats dien van Decamps. In 1860 keerde A. van Amsterdam terug, waar hij onder Greive verder studeerde. In 1861 stelde hij voor ’t eerst zijn werk ten toon (in den Haag): „Vroeg ter kerke”, thans in ’s Rijks Museum. In het volgende jaar verscheen op de tentoonstelling te Rotterdam een tweede genre-stuk („Moeders Tyran”). In 1866 werd zijn werk bekroond in den Haag. Sedert 1868 te Brussel gevestigd, keerde hij van daar wederom naar Amsterdam terug, waar hij in 1870 tot professor op de Antiek-klasse van ’s Rijksakademie voor Beeldende kunsten werd benoemd.

In 1880 werd hij Directeur der Akademie tot 1906. Sedert hij deze betrekkingen vervulde, heeft hij zelf minder voortgebracht. A. is echter een leermeester van grooten invloed geweest, aan wien velen der tot de jongere generatie behoorende schilders hun opleiding danken. Hij toonde zich steeds een buitengewoon bekwaam teekenaar en een uiterst kritischen, tegenover zich zelf wellicht hyperkritischen, geest. Zijn niet al te talrijke werken zijn altijd zeer doorwerkt, de behandeling en de keuze zijner onderwerpen bleven vaak het in Parijs versterkt romantisch karakter behouden. — Te noemen, vijf schilderijen in ’s Rijks Museum, waaronder het Welbewaakte kind van 1867 en Nadagen van 1864. — In het Stedelijk Museum: het Binnenhuis te Dongen. — Van zijn teekeningen zijn bovenal de vaste dierteekeningen (meestal studies in N. Artis Magistra) te vermelden. — Veel daarvan is afgebeeld in Bremmers uitgave: Beeldende kunsten, Litteratuur in ThiemeBeckers Künstlerlexikon.

< >