Albers (henri) - operazanger, bariton, geb. 1 Febr. 1866 te Amsterdam. A. was het kind van eenvoudige ouders, die geen gevoel hadden voor de artistieke neigingen van hunnen zoon, en hem als klerkje plaatsten, eerst op het kantoor van den consul-generaal van Frankrijk, daarna bij Lucas Bols. De kennismaking (1883) met den tooneelspeler Smith had tengevolge, dat A. als leerling op de tooneelschool werd aangenomen. Zijne gemakkelijkheid van beweging, en meer nog zijne mooie stem, trokken de aandacht, en ’t was J. de Groot — toen ondernemer van een Operette-gezelschap, later directeur v. d. Nederl.
Opera —, die de beteekenis van A. als acteur en zanger voorgevoelde. Hij verbond hem aan zijn Operette-troep, vertrouwde hem later de rollen van Mephisto (Faust), St. Bris (Hugenoten), Lothario (Mignon) toe. Al spoedig was A. een der eerste en meest trekkende krachten v. d. Nederl. Opera. Een bezoek aan Parijs, waar A. zangonderwijs v. d. beroemden Faure genoot, was zijne introductie tot de Fransche Opera-wereld. Na eerst te Antwerpen, later te Bordeaux te zijn opgetreden, werd hij aan de Opera-comique te Parijs verbonden.
Toen volgden de triomfen: Londen (CoventGarden), Amerika, Aix-les-Bains, Brussel enz.; overal werd A. bewonderd en toegejuicht, en nog steeds is hij eene gewaardeerde bracht bij operavoorstellingen in Frankrijk. Vermelding verdient, dat hij op 8 Mrt. 1910, te Amsterdam, in de titelrol van de opera „le Chemineau”, zijn 26-jarige kunstenaars-loopbaan herdacht.