Albani (francesco) - Italiaansch schilder, geboren te Bologna, 17 Maart 1578, overl. aldaar 4 Oct. 1660; hij studeerde met Guido Reni eerst bij Denijs Calvaert, een manierist van Nederlandsche afkomst, later werd hij een der meest beteekenende leerlingen van de Carracci, vooral van Agostino, die 1596/97 naar Rome trok. In 1598 is A. reeds zelfstandig meester en zet — in tegenstelling met G. Reni — de traditie der Carracci-werkplaats voort. Zijn vroegste werken zijn o.a. te Bologna: Petrus’ berouw in het Oratorium v. S. Colombano, Christus’ verschijning aan Maria in S. Michel in Bosco en de fresco’s in het palazzo Fava (Leven van Aeneas). Na 1599, wellicht omstreeks 1600, was A. te Rome en vindt men hem in de werkplaats van Annibale Carracci.
Zijn talrijke werken uit dezen tijd van religieuzen en profaan-mythologischen inhoud vertoonen deninvloed van Annibale C. duidelijk genoeg; A. blijft echter kleuriger en in de uitdrukking zijner figuren zoekt hij naar zekere wat zoetelijke liefelijkheid; zijn teekening is echter steeds minder vast, later zelfs slordig; voorbeelden uit de oude kapel v. S. Carlo degli Spazzuol te Rome thans in het Museum te Barcelona. A. werkte te Bassano nog samen met Domenichino (mythologie), te Rome in S. Maria della Pace (Hemelvaart v. Maria 1514). — Van zijn schilderijen, waarin het gecomponeerde, aan Carracci herinnerende landschap dikwijls een groote plaats inneemt, zijn nog te noemen de bekende 4 ronde stukken (Galleria Borghese) met amoureuse-mythologische gevallen: Venus en Vulcanus, Venus zich opschikkend, Adonis’ afscheid, Diana overvalt de slapende amoretten en doet hun pijlen verbreken. — De serie werd door A. zelve herhaald en gevarieerd; voorts: De vier Elementen, te Turijn. Het aandeel van A’s talrijke leerlingen aan zijn latere, minder verzorgde werk is zeer groot. — Zie voor de lange lijst zijner werken en voor de litteratuur: ThiemeBeckers Künstlerlexikon, artikel van H. Thietze.