Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Alamannen

betekenis & definitie

Alamannen - Alemanni, een verbond van volkeren, die de streken tusschen Donau, Main en Boven-Rijn bewoonden, het eerst ten tijde van Caracalla bekend geworden. Men neemt tegenwoordig vrij algemeen aan, dat zij identisch zijn met de Semnonen, het kernvolk van de groote groep der Sueven. Vandaar, dat de A. ook Sueven (Zwaben) genoemd worden. Zij werden door de Romeinen om hunne dapperheid en inzonderheid om hunne bewegelijkheid zeer gevreesd.

Caracalla liet zich den bijnaam van Alemanni eus geven na de eerste vijandelijke ontmoeting van de Romeinen met deze volken, waarbij hij voorgaf de overwinning te hebben behaald (213 n. C.), Alexander Severus streed met ongunstigen uitslag tegen hen; het gelukte Maximinus hen tot over den Rijn terug te dringen; na diens dood deden zij weder een inval in Gallië, doch werden door Posthumus verslagen, die hen in Germanië vervolgde en de grenzen van het Romeinsche rijk tegen hen versterkte. Na 282 vestigden zij zich binnen de grenzen van het Romeinsche tiend-land (de agri decumates achter den Limes), van Mainz tot het meer van Constanz. In 357 werden zij door den Caesar Julianus, naar aanleiding hunner herhaalde strooptochten in Gallië, in den slag bij Straatsburg (357) getuchtigd. In den loop van de 5e eeuw staken zij den Rijn over, en verspreidden zich naar het Westen tot aan de Vogezen en naar het Zuiden tot aan de Zwitsersche Alpen. Ten laatste bracht Clovis, de eerste Christenkoning der Franken, hen tot volkomen onderwerping na den slag bij Tolbiac (496). Het Zuidelijk deel van hun gebied werd tot een hertogdom gevormd, dat den naam van Alemannia ontving, naar aanleiding waarvan de Franschen den naam van Allemands aan de Germanen en dien van Allemagne aan hun land gaven.

< >