Agoracritus - van Paros, Grieksch beeldhouwer, leerling van Phidias (5e eeuw vóór C.) In veel opzichten was A. naar ’t schijnt diens evenknie. Zijn beroemdste werk was het kolossale beeld (ongeveer twee maal natuurl. grootte) van de Nemesis van Rhamnus, van Parisch marmer, met brons voor de attributen. Van dit beeld is een fragment van den kop bewaard (Londen, Brit. Mus.). In den stand was een zekere gelijkenis met de Athena-Parthenos van Phidias, naar ons munten leeren. — Ook van de basis der Nemesis bestaan nog fragmenten (Helenasagen).
De stijl dezer deelen is rijper dan die van de laatste beeldhouwwerken van het Parthenon, sierlijker en weeker en herinnert meer aan de fragmenten van het fries van het Erechtheïon. Een tweede beroemd werk van A. was het beeld eener groote godin in het Metroon te Athene, met twee liggende leeuwen aan den voet van haar troon. Een voorstelling hiervan geven nog kleine replieken. Verder worden er nog vermeld een Athena en een Zeusbeeld in Koronea. Toeschrijvingen hieromtrent door A. Furtwangler gewaagd, blijven echter hypothetisch en worden bestreden. — Vgl.
Thieme-Beckers Künstlerlexikon, bij een uitvoerig artikel van Amelung. Ouder reeds: Brunn, Gesch. der Griech. Künstler; Overbeck, Gesch. der Griech. Plastik.
