Agnesi - 1) Maria Gaetana, Italiaansche, beroemd om hare geleerdheid, geb. 16 Mei 1718 te Milaan, overl. aldaar 9 Jan. 1799. Zij was de dochter van Pietro de’ Agnesi, leenheer van Montevecchia (Brianza). Toen ze 9 jaar oud was, sprak zij reeds Latijn, en was, op 13 jarigen leeftijd, de Grieksche, Fransche en Duitsche talen machtig. Zeer scherpzinnig van geest, muntte zij uit in de wijsbegeerte en in wiskunde.
Zij was eene schitterende verschijning, ook om haar schoonheid, op de feesten, die haar vader gaf en waarop de geleerde bezoekers zich met haar onderhielden over philosophische stellingen, die zij opwierp en verdedigde. Hare geschriften werden in 1738 onder den titel Propositiones philosophicae uitgegeven. Ook met wiskundige studiën hield zij zich bezig en schreef in 1748 een werk I stituzioni analitiche, dat, weldra in ’t Engelsch en in ’t Fransch vertaald, haar naam in de geleerde wereld van Italië vestigde, zoodat zij, op verlangen van Paus Benedictus XIV, tot hoogleerares in de wiskunde te Bologna werd benoemd. Zij is bekend als degene, die het z.g. Versiera, een derdegraadskromme, bestudeerd heeft. Na 1752 legde zij zich op de studie der kerkvaders en op de theologie toe. In 1771 werd zij opgenomen in de orde der blauwe nonnen en tot directrice benoemd van ’t oude vrouwenhuis Trivulzio. Tot haar dood wijdde zij zich aan armen- en ziekenverpleging.
2) Maria Teresa, zuster van Maria Gaetana, was zeer muzikaal aangelegd en componeerde o.a. drie opera’s: Sofonisbe, Ciro in Armenia en Nitocri. Overl. 1780.