Agis - Spartaansche koningsnaam. De eerste was de zoon v. Eurysthenes en naar hem droeg de eene dynastie te Sparta den naam v. Eurystheniden of Agiden — de andere was die der Procliden of Eurypontiden. Het meest bekend is wel Agis III, die in 244 v. C. aan de regeering kwam, na den dood van zijn vader Endamidas; Sparta was toen den ondergang nabij; langdurige oorlogen hadden het uitgeput, de oude zeden waren verbasterd, het getal burgers was tot 700 gedaald, de bij de wet geregelde grondverdeeling was geheel verlaten.
Agis III besloot tot wederinvoering der oude, strenge instellingen en wetten; zelf gaf hij een voorbeeld van eenvoudige levenswijze; intrigues en tegenwerking der hoogere standen maakten zijne pogingen echter vruchteloos; alle eigendommen waren in bezit van enkele personen, terwijl de meerderheid der bevolking in de grootste armoede verkeerde. Toen een zijner aanhangers, Lysander, tot ephoor was gekozen, deed Agis III aan de gerusia het voorstel, om het aantal burgers te vermeerderen, den grond gelijkelijk te verdeelen en alle schulden onderling kwijt te schelden, terwijl hij beloofde afstand van eigen bezittingen te zullen doen; de raad besloot echter dit voorstel te doen vallen; door den invloed van den anderen koning van Sparta, Leonidas II, werd het dan ook verworpen, waarop Agis’ aanhangers door een aanklacht van onwettig huwelijk zijn afzetting bewerkten; zijn taak niet willende laten varen, beperkte Agis zijn voorstel voorloopig tot het punt der schuldkwijtschelding, hetwelk doorging; toen hij vervolgens met andere punten voor den dag kwam, werkten allen, die bezittingen hadden, hem tegen, vooral zijn oom Agesilaus, die, rijk aan eigendommen en overladen met schulden, thans eerst genot van zijn eigendommen begon te krijgen, nu zijn schulden vernietigd verklaard waren; op dit tijdstip was Agis gedwongen tot een veldtocht tegen de Aetoliërs, als deelgenoot van het Achaeïsch verbond; teruggekomen vond hij Sparta onder bestuur van Leonidas II; in een tempel gevlucht, werd hij door verraderlijke vrienden in handen der tegenpartij gespeeld, die hem ter dood veroordeelde; in 240 v. C. werd hij, (24 jaar oud) tegelijk met zijn moeder en grootmoeder, door worging om het leven gebracht.