Agglutineerende talen - een der taalklassen, die Wilh. von Humboldt (1767-1835) onderscheidde in zijn werk Ueber die Verschiedenheit des menschlichen Sprachbaues und ihren Einflusz auf die geistige Entwickelung des Menschengeslechts. Het zijn de talen, waarin de buigings- en vervoegingsvormen tot stand komen door aanhechting (agglutinatie) van bepalende wortels aan den hoofdwortel. De aangehechte wortels kunnen hun zelfstandigheid verliezen en daardoor tot bloote suffixen worden.
Voorb. van a. t. zijn die van de Oeral-altaïsche groep, waartoe b.v. het Turksch behoort. Zie TAAL.