Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Agadir of agadir-lgir

betekenis & definitie

Agadir of agadir-lgir - (elleboogvesting), havenstad in het Zuiden van Marokko, N.-Afrika, 10 K.M. ten N. van de monding der Wadi-Soes, aan een geheel verwaarloosde haven en op een hoogte gelegen, 6000 inw.; omstreeks het jaar 1500 werd Agadir onder den naam van Santa Cruz door de Portugeezen ter beveiliging van de visscherij aangelegd en tot vesting versterkt; het kwam in 1536 in het bezit van Marokko en was langen tijd een drukbezochte en veilige haven, tot in 1760 door de stichting van Mogador zijn handel achteruitging. — De Agadir-kwestie is een episode uit de diplomatieke actie van Frankrijk om zich ’t protectoraat over Marokko te verzekeren. Frankrijks streven naar binnenlandsche hervormingen in Marokko, waardoor Duitschland zich in zijn belangen bedreigd achtte, had geleid tot de conferentie der Europeesche mogendheden te Algeciras in 1906: Frankrijk zou de economische belangen der verschillende staten en de soevereiniteit van den sultan waarborgen. Echter veroorzaakte het oprukken van Fransche troepen naar Fez, om den sultan tegen oproerige stammen te beschermen, opnieuw spanning tusschen Frankrijk en Duitschland, dat in Juli 1911 een oorlogsschip naar Agadir zond.

Onderhandelingen tusschen den Duitschen staatssecretaris van buitenlandsche zaken Von Kiderlen Wächter en den Franschen gezant Cambon leidden na drie maanden tot een overeenkomst, waarbij aan Frankrijk op politiek en militair gebied de vrije hand in Marokko werd gelaten. Het stond daarvoor een deel van Fransch-Kongo aan Duitschland af. Bij ’t verdrag van Fez in 1912 stelde daarop de sultan van Marokko zich onder Fransch protectoraat.

< >