Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Afrikaansche oorlog

betekenis & definitie

Afrikaansche oorlog - Caesar was van Egypte (zie ALEXANDRIJNSCHE OORLOG) naar Azië gegaan, waar een zoon van Mithradates een opstand tegen de Romeinen had verwekt. Hij overwon hem in een oogwenk („veni, vidi, vici”). Vervolgens ijlde hij naar Rome, waar hij de woelingen der uiterste democraten stilde, en was op het eind des jaars in Africa, waar de verslagen republikeinen na den slag bij Pharsālus (48 v. C.) zich langzamerhand hadden verzameld en een prachtig leger bijeengebracht. Koning Juba van Numidië, de derde opvolger van Jugurtha, was hier hun groote steun; hij hielp hen aan Numidische ruiterij.

De leiding der republikeinsche partij berustte bij Cato, die sedert jaren zich geweldige inspanning voor haar getroostte; het opperbevel in het veld bezat echter een onbeteekenend man van den hoogsten adel, Metellus Scipio. Hij werd in het voorjaar van 46 v. C. door Caesar in den Moedigen slag bij Thapsus (zuidelijk van Karthago, aan zee) verslagen. Daar bezweek de zaak der republiek; de voornaamste tegenstanders der nieuwe monarchie, Cato, Metellus Scipio, Juba en anderen brachten zich om het leven. Deze oorlog, het bellum Africum, is ons beschreven door iemand, die blijkbaar officier in Caesar’s staf was, maar wiens naam ons onbekend is. Uitgave met Duitschen commentaar van R. Schneider (Berlin 1905).

< >