Âditja - Benaming eener Oud-Indische, Wedische godengroep, beteekent: Zonen van Aditi, meestal zeven in getal. Wat men onder Aditi precies te verstaan heeft, staat niet vast; ook omtrent den oorsprong en het eigenlijke wezen der Āditja’s is men ’t oneens. (Zie WEDISCHE GODSDIENST). De voornaamste der Āditja’s is Wároena, de gestrenge god, die bij uitnemendheid het rta,d.w.z. de physieke en moreele orde in alle dingen, handhaaft en dus ook de vergrijpen tegen die wereldorde straft, door den boosdoener en woordbreker te straffen en in zijne boeien of strikken te slaan. Met Wároena tezamen wordt gewoonlijk een tweede Āditja, Mitra, aangeroepen.
Terwijl in den Weda de beteekenis van Mitra gering is, treden de andere Āditja’s nog minder op den voorgrond. Van hen is ’t vooral Wároena, die in de latere godenleer nog een rol vervult als god der wateren. De naam Āditja in ’t enkelvoud is later een gewone benaming voor de Zon of den Zonnegod.