Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Acosta (gabriel, later uriel)

betekenis & definitie

Acosta (gabriel, later uriel) - Portugeesch edelman, afstammeling eener Joodsche familie, geb. te Oporto omstr. 1591, overl. 1647 ; hij werd door zijn vader, zelf een bekeerling, opgevoed in de R.-Kath. kerk; vestigde zich te Amsterdam, ging tot den Israëlietischen godsdienst over, doch vatte weldra de pen op ter bestrijding van verschillende punten in de Joodsche leer, waarop hij, van atheïsme beschuldigd, door de Rabbijnen uit de gemeente gebannen werd. Na 15 jaar herriep hij zijn dwalingen, doch werd spoedig opnieuw in den ban gedaan. Nogmaals, na 7 jaar, zocht hij toenadering tot de Joodsche gemeente, en na een vernederende boete te hebben gedaan, werd hij opnieuw opgenomen.

In 1647 maakte hij een eind aan zijn leven. Zijn autobiografie Exemplar humanae vitae verscheen 1687, herdr. 1847 te Leipzig in het Latijn en in het Duitsch; in 1624 verscheen van zijn hand een verweerschrift tegen Da Silva, getiteld: Examen dos tradiçones Phariseas confridas con a Ley escrita por Vriel Jurista Hebreo, com reposta à hum Semuel da Silva seu falso Calumniador, in de Latijnsche taal als Examen traditionum Pharisaeicarum collatarum cum lege scripta uitgegeven, welk geschrift, tengevolge eener aanklacht tegen A. door de Joodsche ouderlingen van Amsterdam, geconfiskeerd werd, terwijl de schrijver tot een geldboete werd veroordeeld. A. is de held van Gutzkow’s novelle: Der Sadduzäer von Amsterdam, en van zijn treurspel Uriel Acosta.

< >