Acetyleenzoeklicht wordt gebezigd bij het veldleger voor de verkenning op korte afstanden en bij de verdediging van forten, vestingen, enz., voor het geregeld afzoeken van gracht en grachtsboord met omliggend terrein bij groote duisternis. Hiervoor worden gebruikt verplaatsbare lampen met projectoren of krachtige automobiel-acetyleenlantaarns met gewone reflectoren; bij ontbreken hiervan zelfs rijwiel-acetyleenlantaarns. In den regel worden zij opgesteld in houten kastjes in hét grachttalud, zoodanig, dat het licht den waarnemers niet in de oogen kan schijnen; soms ook op eenvoudige, drijvende opstellingen, als tonnen, vlotten, enz. in de gracht.
Ook worden de acetyleenzoeklichten met sterke projectoren gebruikt voor verlichting van het voorterrein bij het afweren van een nachtelijken aanval, waarbij dan bovendien de sterke lichtbundels den aanvaller verblinden. Eveneens vinden hiervoor toepassing in de fortgracht drijvende acetyleenlichten, zijnde bussen calcium-carbid, die na het losrukken van eene verkapping in de gracht worden geworpen, door het water ontbranden en daarbij een fel licht geven. Voor Nederland kan als werkingssfeer bij den gemiddelden toestand van onzen dampkring voor niet-electrische zoeklichten, met eene spiegelmiddellijn van 25 c.M., 300 a 400 M. worden aangenomen.