Aberratie (spherische) - Bij terugkaatsing of breking van lichtstralen aan één of meer bolvormige oppervlakken snijden de stralen, die een kleinen hoek met de optische as maken, deze in een zeker punt er van. Wordt echter de hoek grooter, dan verandert de plaats van dit snijpunt, welk verschijnsel sph. a. genoemd wordt. De afwijking neemt zeer snel toe met de opening van den lichtbundel. Het gevolg is, dat er alleen sprake kan zijn van een beeld, wanneer men zich beperkt tot de stralen, die een kleinen hoek met de optische as vormen.
Bij wijd geopende bundels ontstaat er, wanneer het voorwerp een lichtend punt op de as is, op een scherm ter plaatse, waar het beeld zich zou moeten bevinden, een verlicht schijfje, waarvan grootte en lichtverdeeling afhankelijk zijn van den afstand het afbeeldende systeem (zie BRANDVLAK). Bij breking resp. terugkaatsing aan één boloppervlak bestaan er op de optische as steeds twee punten, die zonder sph. a. op elkaar kunnen worden afgebeeld; deze punten heeten de aplanatische punten. — Aangezien het teeken der sph. a. bij positieve en negatieve lenzen tegengesteld is, kan bij combinatie van verschillende lenzen van vooraf berekende afmetingen de sph. a. grootendeels worden opgeheven. Het is echter noodzakelijk, dat zulks voor meer dan ééne kleur geschiedt, daar anders het chromatisch verschil der sph. a. blijft bestaan (zie ACHROMATISCHE LENS).