Aardappelmeelindustrie - De nijverheid, die aardapmeel bereidt (uitsl. uit aardappelen, meest zandaard.), of die dit product (droog of nat) verwerkt op dextrine, aardappelstroop of glucose (handelsnaam: massé). Bloeiende Nederlandsche industrie, opkomst 1835—1840. In 1912 reeds 37 fabrieken, die a. m. maken of verwerken, waarvan 26 in de prov. Groningen (veenkoloniën).
De productie, (in de jaren 1900—1915 verdubbeld), van 1912 was 土 132 mill. K.G. ter waarde van 14l/2 mill. gulden. Uitvoer in 1910 was 54 mill. K.G. Per jaar worden verwerkt 12 mill. H.L. aardappelen.
Campagne van midden Sept. — begin Dec. Uitvoer vooral naar landen met textiel-nijverheid (sterkpap, apprêteeren). Afnemers: België, Groot-Brittannië, Spanje, Italië Frankrijk, Hamburg (vrijhaven). Concurrent der Nederlandsche aardappelmeel-industrie: Duitschland.