Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aambeien

betekenis & definitie

Aambeien - zijn plaatselijke verwijdingen van de aderen van het slijmvlies van den endeldarm. Zij kunnen buiten de sluitspier van den anus gelegen zijn en zijn dan gemakkelijk als blauwe verdikkingen te herkennen, die bij persen van den patiënt zwellen; liggen zij aan de andere zijde van de sluitspier, dan zijn zij slechts met behulp van instrumenten (endeldarmspiegel) voor directe waarneming toegankelijk. Zij kunnen lang bestaan zonder tot eenig voor den patiënt waarneembaar verschijnsel aanleiding te geven; alleen zijn de uitwendige voor den patiënt door het tastgevoel met den vinger waarneembaar. De verschijnselen zijn zoo goed als steeds van secundairen aard:

1) Inwendige aambeien kunnen, vooral door persen met de ontlasting, naar buiten komen en tusschen de sluitspier beklemd raken; dit kan hevige pijn veroorzaken; men moet dan trachten de aambei met den vinger, die òf met vaseline besmeerd is òf door een geolied vingercondoom is beschut, weer in te brengen.
2) De wand van de ader kan springen, waardoor bloeding ontstaat, die soms vrij heftig kan zijn en bij herhaling tot sterke bloedarmoede aanleiding kan geven.
3) Evenals bij aderverwijdingen neigt de huid, die de verwijde aderen bedekt, tot ontsteking. Buiten de sluitspier kan om de aarsopening een sterk jeukend eczeem ontstaan; in den endeldarm zelf kan zich een catarrh ontwikkelen, die gepaard kan gaan met herhaalden aandrang tot ontlasting en vorming van slijm, dat bij de ontlasting zichtbaar is.
4) Er ontstaat thrombose, waardoor ten slotte de aambei in een harden knobbel verandert; deze knobbels kunnen tot ontsteking en verettering overgaan, waardoor zich een fistel kan vormen.

De secundaire verschijnselen der aambeien kunnen voor den lijder zeer bezwaarlijk worden. De oorzaak van de aambeien moet gezocht worden in een belemmering van den afvoer van het aderlijke bloed; soms staat dit in verband met andere ziekten (leverziekten, hartziekten, buikgezwellen), meestal is geen directe oorzaak aan te wijzen. Zwangerschap bevordert het ontstaan van A. De lijders moeten alles vermijden, wat den bloedafvoer tegenhoudt (zittende levenswijze, moeilijke en harde ontlasting) of de secundaire verschijnselen opwekt of verergert, b.v. het gebruik van sterk prikkelende stoffen (vooral scherpe laxantia, herhaalde lavementen). Bij uitwendige A. is goed reinigen van de aarsopening, liefst met zoete olie noodzakelijk. De behandeling bestaat in een regeling van de levenswijze en het diëet, en bestrijding van de secundaire verschijnselen. Bij sterke uitbreiding der A. en bij sommige complicaties kan een chirurgische behandeling gewenscht zijn.

< >