Joannes, Ned. rooms-katholiek geestelijke, *28.8.1794 Kerkdriel, ♰16.10.1877 ’s-Hertogenbosch. Na zijn priesterwijding in 1817 was Zwijsen achtereenvolgens kapelaan te Schijndel (1818) en pastoor te Best (1828) en Tilburg (1832).
Speciaal ten dienste van onderwijs en caritas stichtte hij in Tilburg twee congregaties van religieuzen: de zusters van liefde (1832) en de fraters van Tilburg (1844). In 1842 werd Zwijsen coadjutor van de apostolisch vicaris van ’s-Hertogenbosch, die hij in 1851 opvolgde. Uit zijn Tilburgse jaren stond hij bekend als een persoonlijke vriend van de latere koning Willem II. Zwijsen werd de eerste aartsbisschop na het herstel van de rooms-katholieke hiërarchie in Nederland (1853) en tegelijk bisschop van ’s-Hertogenbosch. Energiek nam hij het bestuur van de Ned. kerkprovincie ter hand, m.n. de reorganisatie van de parochiestructuur en de priesteropleiding. In 1865 werd onder zijn leiding het (eerste) provinciaal concilie van Utrecht gehouden, waarin de pastorale beleidslijnen werden vastgelegd voor vele jaren.
Vooral door zijn toedoen vaardigden de Ned. bisschoppen in 1868 een mandement over het katholiek onderwijs uit, dat van grote invloed is geweest op de→schoolstrijd. In 1868 legde Zwijsen het ambt van aartsbisschop neer en bleef bisschop van ’s-Hertogenbosch. Hij heeft de kerkelijke herleving van rooms-katholiek Nederland in belangrijke mate vorm gegeven.LITT. J.van Laarhoven, Een kerkprovincie in concilie (1965).