Oostenrijks schrijver, *28.11.1881 Wenen, ♰(zelfm.) 23.2.1942 Petropolis (bij Rio de Janeiro). Zweig woonde tot 1935 in Salzburg, emigreerde toen en kwam tenslotte in Brazilië terecht.
Van zijn letterkundig werk zijn vooral zijn psychologische novellen beroemd. Zijn betekenis ligt voornamelijk op het gebied van de goed gecomponeerde (historische) biografie-monografie. Hieruit blijken zijn diep psychologisch inzicht en zijn rijke fantasie. Zeer veel succes hadden Sternstunden der Menschheit (1927; uitgebreid in 1936 en 1949) en Schachnovelle (1941). Die Welt von Gestern (1941) geeft een kaleidoskopisch beeld van de Oostenrijkse cultuur en maatschappij van het voorspel op de Eerste Wereldoorlog tot aan de opkomst van het fascisme. Werken: Die Augen des ewigen Bruders (1922), Verwirrung der Gefühle (1927), Joseph Fouché (1929), Marie Antoinette (1932), Maria Stuart (1935), Magellan (1938), Balzac (1946).
Uitgaven: Briefwisselingen met F.M.Zweig (1951) en met R. Strauss (1957), Gesammelte Werke (24 dln. 1946-67).LITT. E.Fitzbauer, S.Zweig (1959); H.Arens, S. Zweig (2e dr. 1960); R.Klawiter, S.Zweig. A bibliography (1964); F.M.Zweig, S.Zweig. Eine Bildbiographie (1967); D.A.Prater, European of yesterday (1972).